Een wereldwijs mens kan primitief worden. Dat betekent eigenlijk dat de manier van die mens verandert. Oude waarden veranderen, raken verbonden met het landschap met zijn planten en dieren. Dit nieuwe bestaan vereist een praktische kennis van die menigvoudige en kruiselings verwante voorvallen die men gewoonlijk natuur noemt. Het vereist een mate van ontzag voor de macht van de traagheid die in dergelijke natuurlijke stelsels besloten ligt. Als een mens deze praktische kennis en dit ontzag opdoet noemt men dat 'primitief zijn'. Het tegengestelde is natuurlijk ook waar: de primitieve mens kan wereldwijs worden, maar niet zonder afschuwelijke psychologische schade op te lopen.

De Leto-commentariAnaar Harq al-Ada

A

'Hoe kunnen we zekerheid krijgen?' vroeg Ghanima. 'Dit is erg gevaarlijk.'

'We hebben het al eerder beproefd,' voerde Leto aan.

'Misschien is het dit keer wel niet hetzelfde. Stel data'

'Het is de enige weg die voor ons openstaat,' zei Leto. 'Je bent het met me eens dat we de weg van de specie niet kunnen gaan.'

Ghanima zuchtte. Dit steekspel met woorden beviel haar niet, maar ze wist dat haar broer door noodzaak werd gedreven. Ze kende ook de angstige oorsprong van haar eigen weerstand. Ze hoefden maar naar Alia te kijken om de gevaren van die innerlijke wereld te kennen. 'Nou?' vroeg Leto.

Ze zaten met gekruiste benen op een van hun eigen plekjes, een nauwe opening vanuit de grot in de steile rotswand, waar hun moeder en vader vaak hadden zitten kijken hoe de zon onderging over de bied. Het was twee uur na het avondmaal, een periode waarin van de tweeling werd verwacht dat ze hun lichaam en hun geest oefenden.

'Ik ga het alleen proberen als je niet wilt helpen,' zei Leto.

Ghanima keek bij hem vandaan naar de zwarte gordijnen van de vochtzegels die deze opening in de rotswand afsloten. Leto bleef over de woestijn staren.

Ze spraken al enige tijd in een taal die zo oud was dat men in deze tijden zelfs de naam ervan niet meer kende. De taal gaf hun gedachten een privacy waarin geen ander mens kon binnendringen. Zelfs Alia die de ingewikkeldheden van haar innerlijke wereld vermeed, miste de geestelijke schakels die haar in staat zouden stellen meer dan een enkel woord te begrijpen.

Leto ademde diep en snoof de typische bontstank van een Vrijmanse holenvest op die hier in deze windstille alkoof bleef hangen. Het geroezemoes van de vest en de vochtige hitte waren hier afwezig en dat ervoeren ze beiden als een opluchting.

'Ik geef toe dat we leiding nodig hebben,' zei Ghanima. 'Maar als wea'

'Ghani! We hebben meer nodig dan leiding. We hebben bescherming nodig.'

'Misschien is er geen bescherming.' Ze keek haar broer recht in de ogen en zag daar die blik als de afwachtende oplettendheid van een roofdier. Zijn ogen loochenden de rust van zijn gelaat.

'We moeten ontkomen aan de bezetenheid,' zei Leto. Hij gebruikte de speciale onbepaalde wijs van de oude taal, een woordvorm die in wijs en tijd volledig neutraal was maar zeer diepgaand in betekenis.

Ghanima begreep zijn opmerking goed.

'Mohw'pwium d'mi hish pash moh'm ka,' zong ze. De knechting van mijn ziel is de knechting van wel duizend zielen.

'Veel meer dan dat,' bracht hij daar tegenin.

'Hoewel je de gevaren kent, blijf je toch aandringen.' Ze zei dit op stellige toon en niet als een vraag.

'Wabun 'k wabunat!' zei hij. Stijgend stijgt gij op!

Hij beschouwde deze keus als een overduidelijke noodzaak. Als dit gedaan moest worden, konden ze het maar beter actief aanpakken. Ze moesten het verleden opdraaien tot in het heden en het laten afrollen in hun toekomst.

'Muriyat,' stemde ze met zachte stem toe. Het moet liefdevol gebeuren.

'Natuurlijk.' Hij maakte een handgebaar om aan te geven dat hij dat volledig aanvaardde. 'Dan zullen we samen spreken zoals onze ouders deden.'

Ghanima bleef zwijgen en probeerde een brok in haar keel weg te slikken. Instinctmatig keek ze naar het zuiden, naar de grote open erg die in het laatste daglicht een vaag grijs duinpatroon vertoonde. In die richting was haar vader aan zijn laatste tocht in de woestijn begonnen.

Leto staarde over de rand van de klip omlaag naar het groen van de vestoase. Alles was daar donker maar hij kende de vormen en kleuren: bloemen van koper, goud, rood, geel, roestbruin en roodbruin strekten zich uit tot aan de rotsblokken die de grens aangaven van de uit de qanat bevloeide plantage. Voorbij de grensblokken strekte zich een stinkende strook dood Arrakisch leven uit, gedood door vreemde planten en te veel water, die nu een barriA"re tegen de woestijn vormde.

Na enige tijd zei Ghanima: 'Ik ben klaar. Laten we beginnen.'

'Ja, verdomme!' Hij stak zijn hand uit en raakte even haar arm aan om die uitroep te verzachten en zei: 'Alsjeblieft, Ghani... Zing dat lied. Het maakt dit makkelijker voor me.'

Ghani schoof wat dichter naar hem toe en sloeg haar linkerarm om zijn middel. Ze haalde tweemaal diep adem, schraapte haar keel en begon met een zuivere, hoge stem de woorden te zingen die haar moeder zo vaak voor hun vader had gezongen:

A

'Hier vervul ik uw gelofte

En giet zoet water over u.

Het leven zal winnen op deze luwe plek:

Mijn lief, gij zult wonen in een paleis,

Uw vijanden zullen vervallen tot leegte.

Wij reizen langs dit pad tezamen,

Een pad dat liefde voor u baande.

Terecht wijs ik u hier de weg,

Want mijn liefde is uw paleis...'

A

Haar stem daalde in de woestijnstilte die zelfs door heel zacht fluisteren al verstoord werd, en Leto voelde zich verder en verder wegzakkenahij werd de vader wiens herinneringen als een vernislaag in de genen van zijn directe verleden waren uitgesmeerd.

Voor deze korte spanne tijds moet ik Paul zijn, hield hij zichzelf voor. Dit is Ghani niet hier naast me; het is mijn geliefde Chani, wier wijze raad ons beiden heel wat keren heeft gered.

Ghanima was op haar beurt angstaanjagend makkelijk de persoonsherinnering van haar moeder binnengegleden, zoals ze ook verwacht had. Dit was toch veel eenvoudiger voor een vrouw amaar ook veel en veel gevaarlijker.

Met een stem die plotseling schor klonk, zei Ghani: 'Kijk daar, liefste!' De Eerste Maan was opgekomen en tegen een achtergrond van zijn koude licht zagen ze een boog van oranje vuur omhoog vallen naar de ruimte. Het vrachtschip dat Vrouwe Jessica had meegebracht keerde nu, beladen met specie, terug naar zijn moederzwerm in een parkeerbaan.

Toen ervoer Leto heel sterke herinneringen, die beelden meebrachten zo helder als glas. Een enkel flitsend ogenblik was hij een andere LetoaJessica's Hertog. Noodzaak duwde die herinneringen opzij, maar pas nadat de liefde en de pijn tot hem waren doorgedrongen.

Ik moet Paul zijn, hield hij zichzelf voor.

De verandering overviel hem met een angstaanjagende tweeledigheid, alsof Leto een donker scherm was waarop zijn vader werd geprojecteerd. Hij voelde zijn eigen lichaam en dat van zijn vader en de flakkerende verschillen dreigden hem te overmannen.

'Help me, vader,' fluisterde hij.

De flakkerende verwarring hield op en nu drukte er een ander stempel op zijn bewustzijn terwijl zijn eigen identiteit als Leto als toeschouwer aan de kant stond.

'Mijn laatste visioen is nog niet verwezenlijkt,' zei hij en zijn stem was die van Paul. Hij draaide zich naar Ghanima. 'Je weet wat ik zag.'

Ze raakte met haar rechterhand zijn wang aan. 'Liep je de woestijn in om te sterven, liefste? Was dat wat je deed?'

'Misschien deed ik dat, maar dat visioen... Zou dat geen reden genoeg zijn om te blijven leven?'

'Blind?' vroeg ze.

'Zelfs dan.'

'Waar zou je heen kunnen?' Hij haalde diep en huiverend adem. 'Jacurutu.' 'Liefste!' Tranen stroomden nu over haar wangen. 'Muad'Dib de held moet volledig vernietigd worden,' zei hij. 'Anders kan dit kind ons niet terugbrengen uit de chaos.' 'De Gouden Weg,' zei ze. 'Het is geen goed visioen.' 'Het is het enig mogelijke visioen.' 'Dan heeft Alia dus gefaald...' 'Volledig. Je ziet hoe het verlopen is.'

'Je moeder is te laat teruggekeerd.' Ze knikte en het was Chani's wijze uitdrukking op het kindergezicht van Ghanima. 'Kan er geen ander visioen zijn? Misschien alsa'

'Nee liefste. Nog niet. Dit kind kan nog niet in de toekomst kijken en veilig terugkeren.'

Weer beroerde een huiverende ademteug zijn lichaam en Leto-de-toeschouwer voelde het diepe verlangen van zijn vader nog eens in een levend lichaam te leven, levende beslissingen te nemen en... Wat een wanhopige drang om vergissingen uit het verleden ongedaan te maken!

'Vader!' riep Leto en het leek wel of zijn kreet in zijn eigen schedel heen en weer kaatste.

Toen beleefde Leto een daad van diepe wilskracht: de trage, klevende terugtocht van de innerlijke aanwezigheid van zijn vader, het loslaten van zintuigen en spieren.

'Liefste,' fluisterde Chani's stem naast hem en de terugtocht vertraagde. 'Wat gebeurt er?'

'Ga nog niet,' zei Leto en het was zijn eigen stem, schor en onzeker, maar toch van hem. Toen: 'Chani, je moet ons vertellen hoe we moeten vermijden... wat er met Alia is gebeurd.'

Het was echter de Paul in zijn binnenste die antwoord gaf met woorden die aarzelend en met lange tussenpozen in zijn innerlijk oor klonken: 'Zekerheid heb je nooit. Je... zag... wat er bijna... met mij... gebeurde.'

'Maar Alia...'

'Die vervloekte Baron heeft haar!'

Leto voelde zijn keel branden van droogte. 'Is hij... heb ik...'

'Hij zit in je... maar... ik... wij kunnen niet... soms voelen we... elkaar, maar jij...'

'Kan je mijn gedachten niet lezen?' vroeg Leto. 'Zou je dan weten of hij...'

'Soms kan ik je gedachten voelen... maar ik... wij leven alleen maar door de... weerspiegeling van... jouw bewustzijn. Jouw geheugen schept ons. Het gevaar... is een nauwkeurige herinnering. En... degenen van ons... degenen van ons die van macht hielden... en die tegen... elke prijs... veroverden... die kunnen... nauwkeuriger zijn.'

'Sterker?' fluisterde Leto.

'Sterker.'

'Ik ken je visioen,' zei Leto. 'Nog liever dan dat ik me door hem laat pakken, word ik jou.' 'Dat niet!'

Leto knikte voor zich uit; hij voelde de enorme wilskracht die zijn vader nodig had om zich terug te trekken en hij zag in welke gevolgen het mislukken daarvan zou hebben. Elke bezetenheid verlaagde de bezetene tot een Gruwel. Dat inzicht gaf hem een hernieuwde kracht, en hij was zich abnormaal scherp bewust van zijn eigen lichaam met een van heel ver opgediept besef van fouten uit het verleden: van hemzelf en van zijn voorouders. Het waren de onzekerheden die zwak maaktenadat zag hij nu. Een ogenblik streed de verleiding tegen zijn innerlijke angst. Dit lichaam bezat het vermogen melange om te zetten in een visioen van de toekomst. Met de specie kon hij de toekomst inademen en de sluiers van de Tijd verscheuren. De verleiding was moeilijk af te schudden en hij vouwde zijn handen en liet zich wegzinken in het prana bindu-bewustzijn. Zijn lichaam ontkende de verleiding. Zijn lichaam droeg de diepe kennis mee die het in zijn bloed van Paul had geleerd. Degenen die de toekomst zochten, hoopten de weddenschap over de race van morgen te winnen. In plaats daarvan raakten ze opgesloten in een leven waarvan ze elke hartslag en elke angstkreet kenden. Pauls laatste visioen had de gevaarlijke uitweg uit die val laten zien en Leto wist nu dat hij geen andere keus had dan die weg te volgen.

'De vreugde van het leven, de schoonheid ervan ligt helemaal besloten in het feit dat het leven je kan verrassen,' zei hij.

Een zachte stem fluisterde in zijn oor: aIk heb die schoonheid altijd gekend.'

Leto draaide zijn hoofd om en staarde in Ghanima's ogen die glansden in het heldere maanlicht. Hij zag Chani naar hem terugkijken. 'Moeder,' zei hij, 'je moet je terugtrekken.'

'Achch, wat een verleiding!' zei ze en ze kuste hem.

Hij duwde haar weg. 'Zou jij je dochter het leven benemen?' vroeg hij.

'Het is zo makkelijk... zo bespottelijk makkelijk,' zei ze.

Leto die voelde dat hij in paniek begon te raken, herinnerde zich welke enorme wilskracht de persoonlijkheid van zijn vader in zijn innerlijk had moeten opbrengen om zijn lichaam los te laten. Was Ghanima verdwaald in die toeschouwerswereld waar hij had gekeken en geluisterd om te leren wat hij van zijn eigen vader nodig had?

'Ik zal je verachten, moeder,' zei hij.

'Anderen zullen me niet verachten,' zei ze. 'Wees mijn geliefde.' 'Als ik dat doe... dan weet je wat jullie beiden zullen worden,' zei hij. 'Mijn vader zal je verachten.' 'Nooit!' 'Jawel!'

Het geluid werd zonder dat hij het wilde aan zijn keel ontrukt en het droeg alle bijklanken van de Stem die Paul van zijn heksenmoeder had geleerd.

'Zeg het niet,' kreunde zij.

aIk zal je verachten!'

'Alsjeblieft... alsjeblieft, zeg het niet.'

Leto wreef over zijn keel en voelde dat de spieren weer van hem werden. 'Hij zal je verachten. Hij zal je zijn rug toekeren. Hij zal weer de woestijn intrekken.'

'Nee... nee...'

Ze wiegde haar hoofd heen en weer. 'Je moet gaan, moeder,' zei hij.

'Nee... nee...' Maar de stem had niet meer zijn oorspronkelijke kracht.

Leto keek naar het gezicht van zijn zuster. Wat een spiertrekkingen! Allerlei emoties trokken over haar gezicht bij de verwarring in haar innerlijk.

'Ga,' fluisterde hij. 'Ga.'

'Neeaeeaee...'

Hij greep haar arm en voelde de trillingen die door haar spieren trokken, voelde het schokken van de zenuwen. Ze kronkelde en probeerde zich los te trekken, maar hij hield haar arm stevig vast en fluisterde: 'Ga... ga...'

En al die tijd verweet Leto zichzelf dat hij Ghanima had meegesleept in dit vader en moedertje spelen dat ze vroeger vaak hadden gespeeld, maar waartegen ze de laatste tijd bezwaar maakte. Het was waar dat de vrouw in die innerlijke aanval zwakker was, besefte hij. Daarin lag ook de oorsprong van de angst van de Bene Gesserit.

Uren verstreken en nog steeds schokte en trilde Ghanima's lichaam door de innerlijke strijd, maar nu had de stem van zijn zuster zich in de twist gemengd.

'Moederaalsjebliefta' En A(c)A(c)n keer: 'Je hebt Alia gezien! Wil je dan een tweede Alia worden?'

Eindelijk leunde Ghanima tegen hem aan en fluisterde: 'Ze heeft het aanvaard. Ze is weg.'

Hij streelde haar hoofd. 'Ghani, het spijt me. Het spijt me. Ik zal je nooit meer vragen dit te doen. Ik was erg zelfzuchtig. Vergeef me.'

'Er valt niets te vergeven,' zei ze en haar stem kwam hijgend uit haar keel als na langdurige lichamelijke inspanning. 'We hebben veel geleerd dat we moesten weten.'

'Ze heeft je veel verteld,' zei hij. 'We zullen het later delen alsa'

'Nee! We delen het nu. Je had gelijk.'

'Mijn Gouden Weg?'

'Jouw vervloekte Gouden Weg!'

'Logica heeft geen zin als die niet bewapend is met wezenlijke gegevens,' zei hij. 'Maar ika'

'Grootmoeder kwam terug om onze opvoeding te leiden en om te zien of we... besmet waren.'

'Dat zegt Duncan. Daar is niets nieuws bija'

'De hoofd-berekening,' gaf ze toe en haar stem klonk krachtiger. Ze maakte zich los uit zijn omarming en keek uit over de woestijn die onder de stilte van voor het aanbreken van de dag lag. Deze strijd... deze kennis had hun een hele nacht gekost. De keizerlijke lijfwacht achter het vochtzegel zou heel wat hebben moeten uitleggen. Leto had bevolen dat ze absoluut niet gestoord mochten worden.

'Mensen leren bij het ouder worden vaak hoe ze subtiel moeten handelen,' zei Leto. 'Wat leren wij met al die ouderdom om uit te putten?'

'Het heelal zoals wij het zien is nooit helemaal het exacte fysische heelal,' zei ze. 'We moeten deze grootmoeder niet gewoon als grootmoeder beschouwen.'

'Dat zou gevaarlijk zijn,' gaf hij toe. 'Maar mijn vra'

'Er is iets dat verder gaat dan subtiliteit,' zei ze. 'Wij moeten een plaats in ons bewustzijn hebben om te beschouwen wat we van tevoren niet konden bedenken. Daarom... sprak mijn moeder veel met mij over Jessica. Op het eind, toen we ons allebei bij de innerlijke uitwisseling hadden neergelegd, zei ze een heleboel dingen,' zuchtte Ghanima.

'We weten dat ze onze grootmoeder is,' zei hij. 'Jij was gister uren met haar samen. Is het daaroma'

'Als we het laten gebeuren, zal ons weten bepalen hoe we op haar reageren,' zei Ghanima. 'Daarvoor waarschuwde mijn moeder me steeds. Een keer haalde ze woorden van onze grootmoeder aan ena' Ghanima raakte zijn arm aan. 'aik hoorde de echo daarvan in mij in de stem van onze grootmoeder.'

'Ze waarschuwde je,' zei Leto. Hij vond deze gedachte verontrustend. Was er dan niets in deze wereld betrouwbaar?

'Uit verouderde opvattingen ontstaan de meest dodelijke vergissingen,' zei Ghanima. 'Dat haalde mijn moeder telkens weer aan.'

'Dat is zuiver Bene Gesserit.'

'Als... als Jessica helemaal is teruggekeerd tot de Zusters...'

'Zou dat voor ons erg gevaarlijk zijn,' maakte hij de gedachtegang af. 'Wij hebben bloed van hun Kwisatz Haderachahun mannelijke Bene Gesserit.'

'Dat zoeken zullen ze niet opgeven,' zei zij, 'maar misschien laten ze ons vallen. Onze grootmoeder zou hun werktuig kunnen zijn.'

'Er is een andere weg,' zei hij.

'Jaawij tweeA

'Dat is een gok die ze besproken moeten hebben.'

'En nog met onze grootmoeder ook. Die weg bevalt me helemaal niet.'

'Mij ook niet.'

'Toch is het niet de eerste keer dat een vorstelijke familie geprobeerd heeft...'

aIk vind het weerzinwekkend,' zei hij en hij huiverde. Ze voelde de beweging en zweeg. 'Macht,' zei hij.

En in die vreemde alchemie van hun gelijkheid wist ze waar hij met zijn gedachten geweest was. 'De macht van de Kwisatz Haderach moet falen,' was ze het met hem eens.

'Wanneer die op hun manier wordt gebruikt,' zei hij.

Op dat moment brak in de woestijn voorbij hun hoge zitplaats de dag aan. Ze voelden de opkomende hitte. Uit de aanplant onder de rotsrichel sprongen kleuren naar voren. Grijsgroene bladeren wierpen puntige schaduwen over de grond. Het lage ochtendlicht van Duins zilveren zon onthulde de groene oase vol gouden en paarse schaduwen in de kom van beschermende rotsen.

Leto stond op en rekte zich uit.

'De Gouden Weg, dus,' zei Ghanima, evenzeer tegen zichzelf als tegen hem, omdat ze wist hoe het laatste visioen raakte aan en overging in Leto's dromen.

Achter hen schoof iets langs het vochtzegel en ze hoorden gemompel van stemmen.

Leto ging over op de oude taal die ze gebruikten voor hun privA(c)-gesprekken. 'L'ii ani howr samis sm'kwi owr samit sut.'

Dat was het moment dat het besluit zich in hun bewustzijn hechtte. Letterlijk: We zullen elkaar begeleiden in het dodelijke gevaar, maar er zal er maar A(c)A(c)n terugkeren om verslag te doen.

Toen stond Ghanima ook op en samen keerden ze door de vochtzegels terug naar de vest, waar de wachten zich verhieven en achter de tweeling aan liepen toen die op weg ging naar hun eigen vertrekken. De mensen weken deze ochtend op een andere manier voor hen uit en wisselden vragende blikken uit met de wachters. De nacht eenzaam doorbrengen boven de woestijn was een oude Vrijmanse gewoonte van heilige wijzen. Alle Umma hadden deze manier van waken beoefend. Paul Muad'Dib had het gedaan... en Alia. Nu was ook de vorstelijke tweeling ermee begonnen.

Leto bemerkte het verschil en sprak erover met Ghanima.

'Ze weten niet wat we voor hen hebben besloten,' zei ze. 'Ze weten het niet echt.' Nog steeds in de eigen taal zei hij: 'Het begin vereist een zeer toevallige samenloop van omstandigheden.'

Ghanima aarzelde een ogenblik voor ze haar gedachten verwoordde. Toen: aIn die periode, het rouwen om de ander, moet het volmaakt echt zijnatot en met het oprichten van een graf toe. Het hart moet de slaap volgen opdat het ooit zal ontwaken.'

In de oude taal was dit een zeer ingewikkelde opmerking waarbij een voornaamwoordelijk lijdend voorwerp los van de onbepaalde wijs werd gebruikt. Het was een zinsbouw die toestond dat elk stel inwendig betrekkelijke zinnen op zichzelf terugsloeg en zo een aantal verschillende betekenissen kreeg die allemaal heel omlijnd en behoorlijk verschillend waren, maar toch een subtiel verband hadden. Gedeeltelijk was wat zij had gezegd dat ze met Leto's plan de dood riskeerden en dat het, echt of schijn, geen verschil maakte. De verandering die het gevolg ervan was, zou gelijk zijn aan de dood, letterlijk: 'begrafenismoord'. En het geheel had nog een toegevoegde betekenis die een beschuldigende vinger uitstak naar degene die het overleefde om verslag uit te brengen, dat wil zeggen: die de rol van de levende moest spelen. Elke vergissing daar kon het hele plan vernietigen en dan zou Leto's Gouden Weg een doodlopende steeg worden.

'Uiterst ingewikkeld,' was Leto het met haar eens. Hij hield de gordijnen open toen ze hun eigen voorvertrekken betraden.

Hun bedienden pauzeerden slechts een hartslag in hun bezigheden toen de tweeling doorliep naar de gewelfde gang die voerde naar de vertrekken die aan Vrouwe Jessica waren toegewezen.

'Je bent Osiris niet,' maande Ghanima hem.

'Dat zal ik ook niet proberen te worden.'

Ghanima greep zijn arm en hield hem staande. 'Alia darsatay haunus m'smow,' waarschuwde ze.

Leto staarde zijn zuster in de ogen. Inderdaad, Alia's handelingen verspreidden een kwalijke stank die door hun grootmoeder moest zijn opgemerkt. Hij lachte Ghanima waarderend toe. Ze had de oude taal vermengd met Vrijmanse achterdocht en zo een zeer fundamenteel stamvoorteken opgeroepen. M'smow, de smerige stank van een zomeravond, was de aankondiging van dood veroorzaakt door demonen. En Isis was de demon-godin van de dood geweest voor de mensen wier taal zij nu spraken.

'Wij Atreides hebben een reputatie van stoutmoedigheid op te houden,' zei hij.

'We nemen dus wat we nodig hebben,' zei zij.

'Het is dat, A3f als smekelingen naar onze regentes gaan,' zei hij. 'Dat zou Alia wel fijn vinden.'

'Maar ons plan...' Ze liet haar woorden wegsterven.

Ons plan, dacht hij. Ze deelde het nu volledig. Hij zei: aIk beschouw ons plan als het zwoegen van de shaduf.'

Ghanima keek achterom naar het voorvertrek dat ze net hadden verlaten en ze rook de sterke geuren van de ochtend met hun suggestie van een eeuwig begin. De manier waarop Leto hun geheime taal had gebruikt beviel haar wel. Het zwoegen van de shaduf. Het was een gelofte. Hij had hun plan aangeduid als landbouwarbeid van zeer laagstaande aard: mesten, bevloeien, wieden, uitplanten, snoeienamaar toch met de Vrijmanse implicatie dat dit werk gelijktijdig in Een Andere Wereld plaats vond waar het een symbool was voor het bebouwen van de rijke ziel.

Ghanima bestudeerde haar broer toen ze daar wat stonden te aarzelen in die rotsgang. Het was haar steeds duidelijker geworden dat hij op twee niveaus pleitte: ten eerste voor de Gouden Weg van zijn visioen en dat van hun vader en ten tweede, dat ze hem de vrije hand zou laten bij de uiterst gevaarlijke mytheschepping die het plan vereiste. Dat maakte haar bang. Zat er meer vast aan zijn visioen waarin hij haar niet had laten delen? Was het mogelijk dat hij zichzelf zag als de vergoddelijkte figuur die de mensheid naar een wedergeboorte zou voerenazo vader, zo zoon? De cultus van Muad'Dib was bedorven, gegist onder Alia's wanbeheer en de ongebreidelde macht van een militaire priesterstand die op de kracht van de Vrijmans dreef. Leto wilde dat allemaal herstellen.

Hij verbergt iets voor me, besefte ze.

Ze overdacht nog eens wat hij haar over zijn droom had verteld. De droom had zoveel iriserende werkelijkheid dat hij uren later soms nog verdwaasd rondliep. De droom was altijd hetzelfde, zei hij.

'Ik sta op zand in hel geel daglicht, maar er is geen zon. Dan besef ik dat ik de zon ben. Mijn licht schijnt voor me uit als een Gouden Weg. Als ik dit begrijp, stap ik buiten mezelf. Ik draai me om in de verwachting mezelf als de zon te zien. Maar ik ben de zon niet; ik ben een lijnenpop, een kindertekening met bliksemlijntjes als ogen en rechte lijnen als armen en benen. Ik heb een scepter in mijn linkerhand en het is een echte scepterain zijn echtheid veel gedetailleerder dan de lijnenpop die hem vasthoudt. De scepter beweegt en dit maakt me verschrikkelijk angstig. Als hij beweegt voel ik mezelf ontwaken, maar toch weet ik dat ik nog droom. Ik besef dan dat mijn huid omhuld is met ietsaeen pantser dat beweegt als mijn huid beweegt. Ik kan dit pantser niet zien, maar ik voel het. Dan verlaat mijn angst me, want dit pantser geeft me de kracht van tienduizend mannen.'

Toen Ghanima zo naar hem staarde, probeerde Leto zijn blik af te wenden en hun weg naar de vertrekken van Jessica te vervolgen. Ghanima verzette zich.

'Deze Gouden Weg kon wel eens niets beter zijn dan iedere andere weg,' zei ze.

Leto keek naar de rotsbodem tussen hen in en hij voelde Ghanima's twijfels versterkt terugkeren. aIk moet het doen,' zei hij.

'Alia is bezeten,' zei ze. 'Dat zou ons ook kunnen overkomen. Het kan zelfs al gebeurd zijn zonder dat wij het weten.'

'Nee.' Hij schudde zijn hoofd en keek haar aan. 'Alia bood weerstand. Dat gaf de machten in haar innerlijk kracht. Ze werd overwonnen door haar eigen kracht. Wij hebben in ons binnenste durven zoeken om de oude talen en de oude kennis op te sporen. Wij zijn al een versmelting van die levens in ons. Wij verzetten ons niet; wij laten ons meedrijven met de stroom. Dit heb ik de afgelopen nacht van onze vader geleerd. Dit moest ik leren.'

'In mij heeft hij daar niets over gezegd.'

'Jij luisterde naar onze moeder. Het is wat wea'

'En ik verloor het bijna.'

'Is ze nog sterk in je innerlijk?' Angst verstrakte zijn gelaat.

'Ja... maar ik denk dat ze me nu met haar liefde bewaakt. Je was erg goed toen je met haar redeneerde.' En Ghanima dacht na over de weerspiegelde moeder in haar binnenste en zei: 'Onze moeder bestaat nu voor mij in het alam al-mythal met de anderen, maar ze heeft de vruchten van de hel geproefd. Nu kan ik zonder angst naar haar luisteren. Maar de anderen...'

'Ja,' zei hij. 'En ik luisterde naar mijn vader, maar ik denk dat ik eigenlijk de raad opvolg van de grootvader naar wie ik vernoemd ben. Misschien maakt de naam het makkelijker.'

'Heeft hij je aangeraden om met onze grootmoeder over de Gouden Weg te spreken?'

Leto wachtte tot een bediende met een rieten dienblad met daarop het ontbijt van Vrouwe Jessica hen was gepasseerd. Een sterke speciegeur hing in de lucht toen de bediende voorbij was.

'Ze leeft in ons en in haar eigen lichaam,' zei Leto. 'We kunnen haar tweemaal om raad vragen.'

aIk niet,' protesteerde Ghanima. aIk riskeer dit niet nog eens.'

'Dan doe ik het.'

'Ik dacht dat we het eens waren dat ze weer tot de Zusters is teruggekeerd.'

'Inderdaad. Bene Gesserit in haar jeugd, in het midden eigen baas en aan het eind weer Bene Gesserit. Maar bedenk dat zij ook Harkonnen-bloed heeft en daar dichterbij staat dan wij en dat zij ook een vorm heeft ondergaan van het innerlijk-delen dat wij hebben.'

'Een zeer oppervlakkige vorm,' zei Ghanima. 'En je hebt mijn vraag niet beantwoord.'

aIk denk niet dat ik over de Gouden Weg zal spreken.'

'Misschien ik wel.'

'Ghani!'

'We hebben geen Atreides-goden meer nodig! We moeten ruimte hebben voor een beetje menselijkheid!' 'Heb ik dat ooit ontkend?'

'Nee.' Ze haalde diep adem en keek de andere kant op. Uit het voorvertrek keken de bedienden naar hen; ze hoorden aan de toon dat er een verschil van mening gaande was maar ze begrepen de oude woorden niet.

'We moeten het doen,' zei hij. 'Als we niet optreden, kunnen we ons net zo goed op ons eigen mes laten vallen.' Hij gebruikte de Vrijmanse vorm die de betekenis had van 'ons water in het spaarbekken van de stam storten'.

Weer keek Ghanima hem aan. Ze moest wel toegeven. Maar ze voelde zich gevangen in een bouwsel met vele wanden. Ze wisten allebei dat er een dag van afrekening op hun weg lag, wat ze ook deden. Ghanima wist dit met een zekerheid die nog versterkt werd door gegevens die ze uit die andere geheugenlevens had verzameld, maar nu was ze bang voor de kracht die ze die andere levens gaf door de gegevens van hun ervaringen te gebruiken. Ze loerden in haar binnenste als harpijen, schimmige demonen die in hinderlaag lagen.

Behalve haar moeder die haar lichaam in haar macht had gehad en die macht had afgestaan. Ghanima voelde zich nog steeds geschokt door die innerlijke strijd omdat ze wist dat ze zou hebben verloren zonder Leto's overtuigingskracht.

Leto zei dat de Gouden Weg hen uit deze val zou wegvoeren. En op de hinderlijke gedachte na dat hij iets voor haar achterhield, kon ze niet anders dan zijn oprechtheid aanvaarden. Hij had haar vruchtbare creativiteit nodig om het plan te verrijken.

'We zullen op de proef gesteld worden,' zei hij omdat hij wist in welke richting haar twijfels gingen.

'Niet in de specie.'

'Misschien zelfs daar. Maar in ieder geval in de woestijn en in de Proeve van Bezetenheid.'

'Je hebt nooit iets gezegd over de Proeve van Bezetenheid!' zei ze beschuldigend. 'Maakt die ook deel uit van je droom?'

Hij probeerde te slikken met zijn droge keel en vervloekte het feit dat hij zijn mond voorbij had gepraat. 'Ja.'

'Zullen we dan... bezeten zijn?'

'Nee.'

Ze dacht aan de Proeveadat oude Vrijmanse onderzoek waarvan het slot zo vaak een afschuwelijke dood bracht. Dan had dit plan dus andere ingewikkelde kanten. Het zou hen over een smalle richel voeren en een val naar een van beide kanten kon een menselijke geest niet overleven zonder waanzinnig te worden.

Omdat hij wist waar ze met haar gedachten dwaalde, zei Leto: 'Macht trekt psychotische personen aan. Altijd. Dat moeten we in onszelf vermijden.'

'Je weet zeker dat we niet... bezeten zullen zijn?'

'Niet als we de Gouden Weg scheppen.'

Nog steeds vol twijfels zei ze: aIk zal jouw kinderen niet baren, Leto.'

Hij schudde zijn hoofd, onderdrukte de verraderlijke verschijnselen in zijn binnenste en ging over op de vorstelijk-formele vorm van de oude taal: 'Zuster mijn, ik heb je inniger lief dan mijzelf, maar op dat vlak liggen mijn verlangens niet.'

'Goed, dan moeten we nog een andere kwestie bespreken voor we ons bij onze grootmoeder voegen. Alia stiekem neersteken met een mes, zou het grootste deel van onze moeilijkheden al uit de weg ruimen.'

'Als je dat gelooft, geloof je ook dat we door modder kunnen lopen zonder sporen achter te laten,' zei hij. 'Bovendien, wanneer heeft Alia ooit iemand de gelegenheid geboden?'

'Er wordt over Javid gekletst.'

'Begint Duncan er bedrogen uit te zien?'

Ghanima haalde haar schouders op. 'EA(c)n vergif, twee vergif.' Het was de gewone benaming voor de vorstelijke gewoonte je vrienden te rangschikken naar hun gevaar voor je eigen persoon, een eigenschap van heersers overal.

'We moeten het op mijn manier doen,' zei hij.

'De andere manier was misschien schoner.'

Door haar antwoord wist hij dat ze eindelijk haar twijfels onderdrukt had en instemde met zijn plan. Dat besef maakte hem niet vrolijk. Hij merkte dat hij naar zijn eigen handen stond te kijken en zich afvroeg of er vuil aan zou blijven kleven.

Kinderen van Duin
titlepage.xhtml
Kinderen van Duin_split_000.htm
Kinderen van Duin_split_001.htm
Kinderen van Duin_split_002.htm
Kinderen van Duin_split_003.htm
Kinderen van Duin_split_004.htm
Kinderen van Duin_split_005.htm
Kinderen van Duin_split_006.htm
Kinderen van Duin_split_007.htm
Kinderen van Duin_split_008.htm
Kinderen van Duin_split_009.htm
Kinderen van Duin_split_010.htm
Kinderen van Duin_split_011.htm
Kinderen van Duin_split_012.htm
Kinderen van Duin_split_013.htm
Kinderen van Duin_split_014.htm
Kinderen van Duin_split_015.htm
Kinderen van Duin_split_016.htm
Kinderen van Duin_split_017.htm
Kinderen van Duin_split_018.htm
Kinderen van Duin_split_019.htm
Kinderen van Duin_split_020.htm
Kinderen van Duin_split_021.htm
Kinderen van Duin_split_022.htm
Kinderen van Duin_split_023.htm
Kinderen van Duin_split_024.htm
Kinderen van Duin_split_025.htm
Kinderen van Duin_split_026.htm
Kinderen van Duin_split_027.htm
Kinderen van Duin_split_028.htm
Kinderen van Duin_split_029.htm
Kinderen van Duin_split_030.htm
Kinderen van Duin_split_031.htm
Kinderen van Duin_split_032.htm
Kinderen van Duin_split_033.htm
Kinderen van Duin_split_034.htm
Kinderen van Duin_split_035.htm
Kinderen van Duin_split_036.htm
Kinderen van Duin_split_037.htm
Kinderen van Duin_split_038.htm
Kinderen van Duin_split_039.htm
Kinderen van Duin_split_040.htm
Kinderen van Duin_split_041.htm
Kinderen van Duin_split_042.htm
Kinderen van Duin_split_043.htm
Kinderen van Duin_split_044.htm
Kinderen van Duin_split_045.htm
Kinderen van Duin_split_046.htm
Kinderen van Duin_split_047.htm
Kinderen van Duin_split_048.htm
Kinderen van Duin_split_049.htm
Kinderen van Duin_split_050.htm
Kinderen van Duin_split_051.htm
Kinderen van Duin_split_052.htm